Vooral de tijd tussen aanmelding en intake duurt vele malen langer (die is gemiddeld 12 weken) dan de Treeknorm voorschrijft (4 weken). Dat hier iets aan moet gebeuren is duidelijk, maar het probleem van de wachttijden is complex. In deze blog gaan we wat dieper in op het probleem en bespreken we een nieuwe, veelbelovende ontwikkeling: de herstelacademie.
Eén van de oorzaken van wachtlijsten is de medicalisering in onze samenleving. Dat wil zeggen dat bepaald gedrag en bepaalde eigenschappen als puur medisch probleem behandeld worden, waar dat vroeger niet zo was. Voorbeelden hiervan zijn slaapproblemen en ADHD. Als gevolg denken mensen eerder dat er iets met hen aan de hand is. En dat ze ergens voor behandeld moeten worden, daar waar er vaak ook sociale of maatschappelijke problemen aan de klachten ten grondslag liggen. De instroom van patiënten in de GGZ is daarmee groter geworden. En mede daardoor is er minder capaciteit voor mensen met zeer complexe psychiatrische problematiek. Verder leeft in onze samenleving het beeld dat iemand de ggz pas kan verlaten als alle (ziekte-) symptomen verdwenen zijn, voor het geval er een terugval komt. En zelfs als alle symptomen verdwenen zijn, blijft iemand soms nog in behandeling. Dat maakt de uitstroom op zijn beurt lastiger.
De aanpak
Om iets te doen aan wachttijden kun je aan drie knoppen draaien: de instroom, de doorstroom (d.w.z. naar andere afdelingen en/of het werkproces) of de uitstroom. Tot nu toe richten veel aanpakken zich op de instroom. Zoals het stellen van exclusiecriteria bij afdelingen, het nabellen van mensen op de wachtlijst of een Transfertafel. Dit kan bijvoorbeeld een triagepunt zijn waar de huisarts cliënten met common mental disorders (CMD) naartoe verwijst. Zodat hij gericht advies krijgt welke organisatie, welke soort zorg of welke afdeling het meest passend is en de kortste wachtlijst heeft. Maar het is de vraag of dit ook op termijn iets oplevert, omdat het niet ingrijpt op de oorzaken van het probleem.
Herstelacademies
Een aanpak die dat wel doet is de herstelacademie (ook wel herstelwerkplaats genoemd). Dit concept is afkomstig uit Amerika en Engeland en nu in opkomst in Nederland. Bij een herstelacademie ontmoeten mensen met psychische- en/of verslavingsproblemen elkaar en kunnen ze werken aan hun herstel. De academie wordt gerund door ervaringsdeskundigen en is heel laagdrempelig. Door wederzijdse steun, trainingen en cursussen krijgen mensen meer inzicht in zichzelf en leren ze omgaan met hun problemen. De nadruk ligt dus op zelfhulp en peer support.
Een voorbeeld van een langer lopende en succesvolle academie is het Enik Recovery College in Utrecht. Het aanbod is groot: korte workshops, wekelijkse trainingen en zogenoemde retreats. Dat zijn fulltime trainingen van vijf dagen. Er komen allerlei thema’s aan bod. Zoals verslaving en stigma, pestervaringen en omgaan met het horen van stemmen. Mensen kunnen zich inschrijven voor de onderdelen die hen aanspreken. In Groningen is ook een eerste herstelwerkplaats opgericht, EdanZ, waar afgelopen voorjaar de eerste cursussen zijn gestart.
De meerwaarde van herstelacademies
Als aanpak heeft de herstelacademie dus een andere insteek: het staat los van de behandeling in de GGZ. Mensen kunnen er voor-, tijdens en na een behandeling gebruik van maken, of zelfs zonder de inzet van GGZ of verslavingszorg. Met deze aanpak draai je dus niet aan de bekende knoppen instroom, doorstroom of uitstroom, maar werk je met een totaal nieuwe knop.
Daarnaast stimuleren herstelacademies destigmatisering. Om bij een herstelacademie binnen te komen, hoef je niet aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Het gaat er niet om of je een diagnose hebt, of dat je ‘ziek’ bent of ‘gezond’. Bovendien hoeven je symptomen niet verdwenen te zijn voordat je ergens weer mee stopt. Misschien draagt deze aanpak wel bij aan een verschuiving in ons (gemedicaliseerde) denken. En hopelijk komen we dan als samenleving minder snel in de GGZ terecht, zodat er voldoende capaciteit blijft voor zwaardere problematiek.